In de afgelegen wildernis van Chili bewoog een jonge mannetjespoema, genaamd Mufasa, zich met stille nieuwsgierigheid – zijn gouden ogen op ons gericht. Voorzichtig, maar ook brutaal, werd hij aangetrokken door instinct en intrige, en testte hij de grens tussen zijn wereld en de onze. De ontmoeting was adembenemend – een moment in de tijd met een van de meest ongrijpbare roofdieren uit de natuur. Zijn gladde vacht versmolt met het ruige Patagonische landschap, maar zijn aanwezigheid was onmiskenbaar. Een zeldzame, nederige blik in de ziel van de natuur.